Is het tijd voor behandelaars om vibrators voor te schrijven?
Amerikaanse onderzoekers doken in ruim 550 onderzoeken met de vraag: ‘Zou de medische wetenschap de vibrator als een behandelmethode voor bekkenklachten moeten zien?’
Kunnen wetenschappelijke vragenlijsten over seksuele opwinding ons seksleven verbeteren? De Amerikaanse Rosara Torrisi gelooft van wel. Via onderzoek wil ze onderbouwen dat dit type vragenlijsten ook goed bruikbaar is om mensen te helpen in de praktijk. Omdat haar werk veel raakvlakken heeft met SWN, strikte Nienke Helder haar voor een interview.
‘Nu ik professor word bij Widener kan ik een betere brug slaan tussen de seksuologische wetenschap en de praktische toepassing voor mensen die naar een seksuoloog gaan. Zo zijn de meetinstrumenten waarmee onze ervaringen van seks worden onderzocht (zoals de Sexual Excitation and Sexual Inhibition Inventories - SESII, of de Female Sexual Function Index - FSFI) oorspronkelijk ontwikkeld voor onderzoek, als methode om betere data te kunnen verzamelen. Maar ik heb in mijn seksuologiepraktijk prachtige toepassingen voor diagnostiek en behandeling gevonden met diezelfde meetinstrumenten die ik graag zou willen delen met andere therapeuten. Ik wil daarom graag met onderzoek onderbouwen dat dit soort vragenlijsten ook goed bruikbaar zijn om mensen te helpen in de praktijk.’
Dr. Rosara Torrisi werkt als klinisch sociaal werker, seksuoloog en therapeut in haar eigen praktijk The Long Island Institute of Sex Therapy. Ze is eigenaar van de erotische boetiek ‘That Drawer’ in Syosset, New York en (nu nog) assistent professor aan de Widener University bij de 'Center of Human Sexuality Studies'.
‘Klopt, ik sta te popelen om onderzoek te doen dat verder gaat dan de typische academische verwachtingen. Het liefst breng ik allerlei disciplines, die raken aan seksualiteit en seksueel welzijn, bij elkaar. Ik zie onderzoekers vaak naar zichzelf kijken voor inspiratie en kennis. Hoe meer perspectieven we aan tafel hebben, hoe beter want onderzoek kent gaten in kennis over bepaalde groepen waardoor het onder- of verkeerd gepresenteerd wordt. Neem jouw werk Nienke. Jij zoekt naar onverwachte designoplossingen voor een probleem. Dat soort perspectieven hebben we nodig in seksueel welzijn.’
In mijn praktijk zie ik prachtige toepassingen voor diagnostiek en behandeling.
‘SWN zorgt voor de connectie die onderzoekers en creatieve professionals nodig hebben: het brengt ze dichter bij de mensen waarvoor de studies uiteindelijk bedoeld zijn. Ik vind dat SWN veel lof verdient voor het werk en de toewijding aan het verbeteren van seksueel welzijn. Ook streven ook naar inclusiviteit. Wanneer ik de voordelen onderzoek van seksuele hulpmiddelen (zoals speeltjes) in de behandelpraktijk, heb ik ook (juist) aandacht voor gemarginaliseerde en seksueel over het hoofd beziende bevolkingsgroepen, zoals mensen met een handicap, chronisch zieken en slachtoffers van seksueel trauma. Zij verdienen allemaal evenveel aandacht voor seksueel plezier als andere mensen.’
‘Ik had de eer om met Ellen te praten over onderzoek dat ik deed voor mijn PhD dissertatie. Mijn proefschrift ging over het seksueel functioneren van lesbische oud-borstkanker patiënten, waarvoor ik veel gebruikmaakte van meetinstrumenten of vragenlijsten zoals de FSFI en SESII-W. In mijn zoektocht naar bestaand onderzoek, was Ellen Laan één van de belangrijkste onderzoekers wiens werk ik continu citeerde. Ik modelleerde ook mijn eigen onderzoeksdesign op haar studies. Tijdens onze gesprekken over de studie en de resultaten was ik vooral ‘starstruck’ en voelde ik me vereerd dat ze tijd vrijmaakte om mijn werk te steunen, ondanks dat we elkaar nog niet kenden. Ik hoop dat ze blij zou zijn met hoe onderzoek naar seksualiteit zich aan het ontwikkelen is nu ze er niet meer is.’